Oudejaarsavond is voor mij een avond vol traditie. Elk jaar eet ik op deze avond te veel wafels en word ik misselijk van de oliebollen. Alsof het een regel is, blik ik op deze avond terug op het afgelopen jaar en maak ik plannen voor het komende. Terwijl ik de presentator van de staatsloterijshow op de achtergrond hoor praten, droom ik weg bij het idee dat ik de jackpot dit jaar win. Elk jaar voel ik dat het mijn jaar gaat worden. Maar dit jaar is het gevoel nog net iets sterker, dus sta ik mezelf toe om te dromen.
De jackpot staat dit jaar op dertig miljoen. Ik heb een half lot, dus win ik hooguit de helft. Ik heb dit lot gekregen. Mijn gulle gever stelde slechts één voorwaarde; als ik de jackpot winnen zou, dan moet ik met hem delen. Eerlijk delen. Zeven en een half miljoen. Daar kan ik nog steeds wel mee leven.
Verder dan deze praktische berekening komen mijn dromen niet. Iets in mij staat het niet toe om hierop verder in te gaan. Het kleine doemdenkertje op mijn rechterschouder houdt de dromen tegen, ze zouden niet realistisch zijn. Ik besluit daarom maar gewoon om af te wachten. Als het mij gegund is, komt het vanzelf wel op mijn pad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten